Gebruik van type 3 meststoffen tussen 31 augustus en 16 februari

• ​​​ ​​Algemene regels
• Niet op derogatiepercelen
• Verdere uitwerking van de specifieke gevallen
• Grasland
• Akkerland
• Geval 1: er werd ten laatste op 31 juli een nateelt ingezaaid
• Geval 2: er werd ten laatste op 31 augustus een specifieke teelt ingezaaid
• Geval 3: niet-nitraatgevoelige hoofdteelt en inzaai vanggewas uiterlijk 15/09
• Enkele voorbeelden​​

Algemene regels

De voorwaarden die gelden in augustus voor gebruik van type 3 meststoffen na de oogst van de hoofdteelt, blijven ook daarna van toepassing. Na de oogst van de hoofdteelt mag niet meer bemest worden, tenzij in een van deze 3 gevallen:

• Er wordt  uiterlijk op 31 juli een nateelt ingezaaid. 
• Er wordt uiterlijk op 31 augustus eenspecifieke teelt ingezaaid. 
• Het gaat om eenniet-nitraatgevoelige hoofdteelt en na de oogst van de hoofdteelt na 31 juli en uiterlijk 15 september, wordt een vanggewas ingezaaid.
  

Als bemesting alleen toegelaten is als er een vanggewas ingezaaid wordt, moet het vanggewas aangehouden worden tot en met:

• 15/10 op zware kleigronden
• 30/11 op percelen in de leemstreek
• 31/1 op de overige percelen

​Van 16 januari t.e.m. 15 februari kunnen type 3 meststoffen met lage N opgebracht worden op voorwaarde dat op het moment van opbrenging een gewas aanwezig is​

Niet op derogatiepercelen

Het gebruik van type 3 meststoffen op derogatiepercelen is niet toegestaan, in de periode vanaf 1 september t.e.m. 15 februari. 

Verdere uitwerking van de specifieke gevallen

Grasland

Regels akkerland moeten toegepast worden in geval van:

• gescheurd grasland 
• grasland voor zaaizaadvermeerdering

Dosisbeperking: de dosis die nog opgebracht wordt na 31 augustus, is beperkt tot 30 kg N/ha, waarvan max. 10 kg minerale N/ha, over de hele periode (som periode 1/09 t.e.m. 31/10 en 16/01 t.e.m. 15/02).

Akkerland

Bemesting na de oogst van de hoofdteelt is beperkt. De mogelijkheden zijn afhankelijk van de situatie.

Geval 1: er werd ten laatste op 31 juli een nateelt ingezaaid

Dosisbeperking: de dosis die nog opgebracht wordt na 31 augustus, is beperkt tot 30 kg N/ha, waarvan max. 10 kg minerale N/ha, over de hele periode (som periode 1/09 t.e.m. 31/10 en 16/01 t.e.m. 15/02).

Wat als die nateelt wordt geoogst en er nog een 2de nateelt volgt? Dan kan bemesten met type 3 meststof met lage N-inhoud nog van 1/09 t.e.m. 31/10 als er een gewas aanwezig is bij opbrenging. Als de 1ste teelt werd geoogst en de 2de nateelt nog moet worden ingezaaid, kan bemesten van 1/09 t.e.m. 15/10 ook als binnen de 7 dagen de 2de nateelt wordt ingezaaid. De dosisbeperking blijft altijd van toepassing.

Opgelet, als de eerste nateelt een vanggewas is, moet u ook rekening houden met de maatregelen die van toepassing zijn op het verplicht inzaaien van vanggewassen en de aanhoudperiode van dat vanggewas. Zie Verplichting tot inzaaien van vanggewassen.

​Geval 2: er werd ten laatste op 31 augustus een specifieke teelt ingezaaid

Als ten laatste op 31 augustus een specifieke teelt werd ingezaaid, vallen we terug op de regels voor bemesting van specifieke teelten. Bemesten kan nog op het gewas.

Voorwaarden voor groenten van groep I, II, III, spruitkool, graszoden, sierteelt & boomkweek en aardbeien

Als de specifieke teelt wordt geoogst en er volgt nog een 2de nateelt die opnieuw een specifieke teelt is, dan blijft bemesten volgens de hoger vermelde voorwaarden mogelijk.       

Voorwaarde voor de specifieke teelt 'fruit'  

Voorwaarde voor type 3 meststof met lage N-inhoud op specifieke teelten

Voor specifieke teelten zijn er, voor de bemesting met meststoffen van type 3, extra mogelijkheden, zoals hierboven aangegeven. Daarnaast kunt u, als u voor uw bemesting van uw specifieke teelten, gebruikmaakt van een type 3 meststof met lage N-inhoud, ook gebruikmaken van de mogelijkheden die specifiek gelden voor het bemesten met type 3 meststoffen met lage N-inhoud.

Er kan nog bemest worden met type 3 meststof met een lage N-inhoud van 1/09 t.e.m. 31/10 als er een gewas aanwezig is bij opbrenging.

Wat als de specifieke teelt wordt geoogst en er nog een 2de nateelt volgt? Dan kan bemesten met type 3 meststof met lage N-inhoud ook nog van 1/09 t.e.m. 31/10, als er een gewas aanwezig is bij opbrenging.  Als de 1ste teelt werd geoogst en de 2de nateelt nog moet worden ingezaaid, kan bemesten van 1/09 t.e.m. 15/10 ook als die 2de nateelt binnen de 7 dagen wordt ingezaaid. De dosisbeperking blijft altijd van toepassing.

Opgelet, als u na 1 september zowel type 3 meststof met lage N-inhoud gebruikt, als een andere type 3 meststof, moet u er ook voor zorgen dat u in totaal niet meer meststoffen opbrengt dan de hoger vermelde maximale dosis. 

​​​Geval 3: niet-nitraatgevoelige hoofdteelt en inzaai vanggewas uiterlijk 15/09

Als geval 1 en 2 niet van toepassing zijn, is alleen geval 3 nog mogelijk. Er zijn twee opties:

• Het gaat om een nitraatgevoelige hoofdteelt:
• Bemesten is NIET meer mogelijk na de oogst van de hoofdteelt en kan dus NIET van 1/09 t.e.m. 31/10.
• Bemesten is wel mogelijk van 16/01 t.e.m. 15/02, op voorwaarde dat op het moment van opbrenging een gewas aanwezig is.

• Het gaat om een niet-nitraatgevoelige hoofdteelt:
• Bemesten kan nog, als ten laatste 15 september een vanggewas wordt ingezaaid.
• Dat vanggewas moet aangehouden worden tot en met:
• 15/10 op zware kleigronden
• 30/11 op percelen in de leemstreek
• 31/1 op de overige percelen

Dosisbeperking:

• In het geval van akkerland - andere dan zware kleigrond, is de som van de type 2 en 3 meststoffen na de oogst, beperkt tot 36 kg werkzame N/ha, als het vanggewas na 31 juli is ingezaaid.
• De dosis die nog opgebracht wordt na 31 augustus, is beperkt tot 30 kg N/ha, waarvan max. 10 kg minerale N/ha, over de hele periode (som periode 1/09 t.e.m. 31/10 en 16/01 t.e.m. 15/02).

​Enkele voorbeelden