Wilt u een dossier indienen? Maak dan gebruik van deze documenten en formulieren:
Wilt u meer informatie over de
boete nutriëntenemissierechten en de mogelijkheid om die te
compenseren?
Een beetje geschiedenis
De nutriëntenhalte was van kracht vanaf 1 januari 2002 tot en met 31 december 2006. Gedurende die periode moest elke aangifteplichtige zich houden aan de door de nutriëntenhalte vastgelegde productiegrens.
De nutriëntenhalte van het mestdecreet van 23 januari 1991 (ingevoerd in 2000) is in het nieuwe mestdecreet van 22 december 2006 vervangen door nutriëntenemissierechten. De omzetting van de nutriëntenhalte naar nutriëntenemissierechten vindt plaats in de loop van 2007, maar geldt met terugwerkende kracht vanaf 1 januari 2007.
Nutriëntenemissierechten (NER-D)
Om het mestoverschot te beperken, moet een stijging van het aantal dieren voorkomen worden, uiteraard zonder afbreuk te doen aan de groeikansen van de bedrijven.
Die doelstelling vertaalt zich in de nutriëntenemissierechten: individuele en verhandelbare rechten die op basis van mestproductie bepalen hoeveel dieren in een bedrijf mogen worden gehouden. De nutriëntenemissierechten worden toegekend aan een 'landbouwer', nl. één of meerdere exploitanten, die elk één of meerdere exploitaties kunnen hebben, en waarbij er geen autonoom beheer is aangetoond van de afzonderlijke leden.
Iedere landbouwer krijgt de verantwoordelijkheid om de nutriënten van zijn bedrijf correct te beheren. Het principe blijft dus hetzelfde: de landbouwer moet ervoor zorgen dat hij voor een bepaald jaar niet meer dierlijke mest produceert dan toegelaten volgens zijn nutriëntenemissierechten.
De nutriëntenemissierechten worden uitgedrukt in NER-D (D staat voor dieren), en worden berekend door de dieren van de nutriëntenhalte te vermenigvuldigen met een waarde uit de tabel die bij het nieuwe mestdecreet werden gevoegd. Er zijn vier soorten NER-D: NER-DR (runderen), NER-DV (varkens), NER-DP (pluimvee) en NER-DA (andere).
Uitbreiding blijft mogelijk
Uiteraard blijft het mogelijk om een bedrijf uit te breiden. Dat kan door de
overname van nutriëntenemissierechten van andere bedrijven.
De landbouwer die NER overneemt van een bepaalde diersoort, mag die niet gebruiken om een andere diersoort te houden. Dit is een voortzetting van het 'tussenschot' van de vergunningen om te vermijden dat NER uit bepaalde sectoren zouden wegstromen en de prijs te hoog zou oplopen.
Uitbreiding kan ook door
bijkomende nutriëntenemissierechten te ontvangen, die niet verder overdraagbaar zijn. Daartoe moet men aan een aantal randvoorwaarden voldoen, zoals een bewezen efficiënte mestverwerking.
Geen hinder voor bedrijven
Concreet is er door de komst van de nutriëntenemissierechten sprake van een beperking op de productie, maar ook van een ondersteuning van de ondernemingsdynamiek. Zo ondervindt geen enkel bedrijf hinder van de nieuwe maatregel, terwijl toch doelgericht gewerkt wordt aan de bestrijding van het mestoverschot.