Wat als een erkende mestvoerder bij meer dan één kippenhouder mest ophaalt en daarna doorrijdt naar een bewerkings- of verwerkingseenheid?
De algemene regel is dat de weg die AGR-GPS registreert, dezelfde moet zijn als de weg die op het mestafzetdocument staat.
Dat hoeft niet als de erkende mestvoerder kippenmest van een kippenmestproducent naar een bewerkings- of verwerkingseenheid (dus niet naar een veld) voert met een geleed transportmiddel. Gelede transportmiddelen hebben twee aparte laadruimtes. In één laadruimte kippenmest ophalen bij meerdere kippenhouders is dus verboden. Voorwaarden: het aantal laadplaatsen moet beperkt zijn tot twee en het transport moet op één dag uitgevoerd worden.
Voor elke ophaling bij een kippenhouder maakt de erkende mestvoerder een apart mestafzetdocument op. Op elk van die documenten is de kippenhouder de aanbieder en de verwerkingsinstallatie de afnemer.
De erkende mestvoerder rijdt naar de eerste aanbieder en geeft daar een laadsignaal. Daarna rijdt hij naar de tweede aanbieder. Daar geeft hij eerst een "definitief lossignaal" en direct daarna een laadsignaal. Daarna rijdt hij naar de afnemer (bewerkings- of verwerkingseenheid) en geeft hij daar een definitief lossignaal.
Omdat dit een uitzonderlijke werkwijze is, noteert de erkende mestvoerder op de mestafzetdocumenten dat ze samen horen. Zo kan hij achteraf aan de Mestbank zijn transporten gemakkelijk verantwoorden.
Let op, deze werkwijze is specifiek voor transport van ruwe kippenmest naar een bewerkings- of verwerkingseenheid.
Als het om een transport van of naar het buitenland gaat, neemt u best contact op met het FAVV en met de bevoegde veterinaire diensten in de lidstaat (of regio) van bestemming om na te gaan of er specifieke veterinaire voorschriften zijn.
Schema: transport van kippenmest afkomstig van verschillende aanbieders naar één verwerkingsinstallatie: