Erkende mestvoerders rijden van de ene paardenhouder naar de andere om kleinere hoeveelheden paardenmest op te halen om daarna met een volle vracht naar de substraatbereider te rijden.
De algemene regel is dat de weg die AGR-GPS registreert, dezelfde moet zijn als de weg die op het mestafzetdocument staat. Dat hoeft niet voor het ophalen van paardenmest.
Voor elke ophaling bij een paardenhouder maakt de erkende mestvoerder een apart mestafzetdocument op, waarbij iedere paardenhouder op zich de aanbieder is en de substraatbereider de afnemer.
De erkende mestvoerder rijdt naar de eerste aanbieder en geeft daar een laadsignaal, rijdt naar de tweede aanbieder en geeft daar eerst een definitief lossignaal, onmiddellijk gevolgd door een laadsignaal. Hij rijdt naar de derde aanbieder en geeft daar eerst een definitief lossignaal, onmiddellijk gevolgd door een laadsignaal. Zodra de vracht volledig is, rijdt hij naar de afnemer/substraatbereider en geeft hij daar een definitief lossignaal.
Omdat dit een uitzonderlijke werkwijze is, noteert de erkende mestvoerder op de mestafzetdocumenten dat ze samen horen. Zo kan hij achteraf aan de Mestbank zijn transporten gemakkelijk verantwoorden.
Let op, deze werkwijze is specifiek voor transport van paardenmest naar een substraatbereider.
Als het om een transport van of naar het buitenland gaat, neemt u best contact op met het FAVV en met de bevoegde veterinaire diensten in de lidstaat (of regio) van bestemming om na te gaan of er specifieke veterinaire voorschriften zijn.
Schema 'transport van paardenmest afkomstig van verschillende aanbieders naar één substraatbereider':