De meeste Vlaamse bodems bevatten al jaren te veel fosfor. Dat blijkt opnieuw uit een studie van het ILVO, de KU Leuven en de Bodemkundige Dienst van België, in opdracht van de VLM-dienst mestbeleid. Wat kunnen landbouwers doen om het fosforgehalte in de juiste richting te laten evolueren?
In opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) werd zowel het milieukundig als het economisch verantwoord fosforgebruik onderzocht. “Gewassen hebben een minimum aan fosfor nodig om te groeien, maar tegelijk vormen bodems met een te hoog fosforgehalte een risico voor het milieu”, stelt Fien Amery van het Instituut voor Landbouw-, Visserij- en Voedingsonderzoek (ILVO). “Een teveel aan fosfor spoelt uit of af, en komt in ons grond- en oppervlaktewater terecht. Daar zorgt het via overmatige algengroei voor zuurstoftekort en een verstoorde biodiversiteit.”
Via de P-AL-meetmethode gingen de onderzoekers na hoeveel milligram fosfor per 100 gram aarde in de bodem mag zitten om zowel landbouwers als het milieu ten goede te komen. “Die streefzone bevindt zich tussen minimaal 11 mg fosfor per 100 gram aarde en maximaal 16 milligram fosfor per 100 gram aarde”, weet Fien Amery. Het grootste deel van de Vlaamse akkerbodems zit boven dat maximum.
Maïs en grasland
Fosfor is een noodzakelijke voedingsstof voor planten. Om het teveel aan fosfor in de bodem op te lossen, moeten we dus gewassen telen én ze afvoeren. “Maar omdat we jarenlang meer hebben bemest dan nodig, kampen we in Vlaanderen met hele grote voorraden fosfor”, zegt Fien Amery. “De plant neemt daar slechts een klein percentage van op.”
We kijken dus het best naar gewassen die veel fosfor opnemen en afvoeren. Grasland kan op een jaar tijd 100 kilogram fosfaat per hectare afvoeren, voor maïs ligt dat rond 80 kilogram. “Via aardappelen en groenten is die fosfaatafvoer kleiner.”
Kunstmest en rundermest
“Bevat een bodem meer dan 16 milligram fosfor per 100 gram aarde, dan heeft het op vlak van fosfor geen zin om te bemesten”, stelt Fien Amery. “De voorraad in de bodem is dan zodanig groot dat de gewassen jarenlang toekomen.” Als een landbouwer kunstmest gebruikt, moet daar dus zeker geen fosfor in zitten. Ook startfosfor is dan niet nodig. Dierlijke mest is complexer, want hierin zit ook altijd fosfor.
Fien Amery: “We raden landbouwers daarom aan om te kiezen voor mestsoorten die zo weinig mogelijk fosfor bevatten, denk maar aan rundermest of dunne mestvormen zoals gier. In combinatie met fosfaatafvoer door gewassen kan het fosforgehalte in de bodem zo verminderen, al verwachten we dat het proces nog steeds decennia in beslag zal nemen.”
pH-waarde
Slechts een klein aantal bodems zit onder het minimum van 11 milligram fosfor per 100 gram aarde, toch lijken meer bodems een fosfortekort te hebben. “Gewassen die in een zure bodem groeien, hebben minstens 13 milligram fosfor per 100 gram aarde nodig. Het is dan vanuit het standpunt van fosfor efficiënter om de pH-waarde te verhogen door de bodem te bekalken, dan om extra te bemesten. Een optimale pH-waarde is ook voor andere bodemprocessen belangrijk”, besluit Fien Amery.