In de kijker: Nieuwe publicatie bundelt kennis over behoud patrijs en versterken biodiversiteit in landbouwgebieden
Het Europese Interregproject Partridge onderzoekt sinds 2016 de haalbaarheid en het effect van ‘natuur- en diervriendelijke landbouwvoering’ op patrijzenpopulaties en de biodiversiteit in het algemeen. De wetenschappelijke kennis die aan de basis lag voor de aanpak van dit project is nu in een publicatie gegoten. Het is een handleiding voor wie de achteruitgang van de patrijs, en bij uitbreiding de achteruitgang van de biodiversiteit op het platteland, wil stoppen.
Het volledige bericht lees je in onze perskamer
De publicatie vind je in de publicatiedatabank van de Vlaamse overheid

Algemeen
Partridge (Engels voor 'patrijs') is een Interreg North Sea project. De oorspronkelijke duurtijd was van 28 september 2016 tot en met 31 december 2020. Ondertussen is het project verlengd tot juni 2023.
Het project onderzoekt de haalbaarheid en het effect van ‘natuur- en diervriendelijke landbouwvoering’ op patrijzenpopulaties en de biodiversiteit in het algemeen. De patrijs is een goede indicator voor de ecologische toestand van landbouwgebieden. In gebieden waar patrijzen goed gedijen, is er een hoge biodiversiteit en zijn de ecosysteemdiensten intacter. In gebieden waar (bijna) geen patrijzen zijn, is de ecologische toestand van het landschap dikwijls aangetast.
Meer info is te lezen in de
flyer:
Het hoofddoel van het project is een stijging van 30% van biodiversiteitsindicatoren in verschillende studiegebieden in de partnerlanden tegen 2020,
Begin juni 2019 ging een terreinbezoek van Partridge door van verschillende landen aan het studiegebied Ramskapelle in Vlaanderen. Een artikel hierover is hier terug te vinden: terreinbezoek juni 2019 Partridge in Vlaanderen.
Studiegebieden
In de deelnemende landen worden twee studiegebieden ontwikkeld, waarvan op minstens 7% van het gebied maatregelen voor akkervogels uitgevoerd worden. In totaal gaat het dus om 10 studiegebieden van 500 ha in het Verenigd Koninkrijk, Nederland, Duitsland en België. Daarnaast worden per land ook twee controlegebieden voorzien waar geen acties ondernomen worden.
Terreinbezoeken zijn een vorm van kennisuitwisseling tussen de partners in kader van het Europees samenwerkingsproject. Concrete ervaringen worden gedeeld en best practices kunnen worden overgenomen.
Bloemenstroken, conservation headlands en hagen als maatregelen ten voordele van de patrijs (Arundel – UK).
Een beetlebank doorsnijdt het perceel en biedt voedsel- en nestgelegenheid voor patrijzen (Rotherfield Estate – UK).
Er wordt gewerkt aan een stijging van 30% van de biodiversiteitsindicatoren in de studiegebieden tegen 2020 door:
- landbouwers met agromilieumaatregelen gericht te adviseren en te begeleiden, en hun agromilieutmaatreglen te optimaliseren
- samen met de landbouwers te experimenteren op de landbouwpercelen
- de biodiversiteit beter en gerichter te monitoren
- te voorzien in meer nestgelegenheid en wintervoedsel
- landbouwers die kennis en expertise uitwisselen, en hen te stimuleren om meer samen te werken in agrobeheersgroepen
- landbouwbedrijfs - en terreinbezoeken te organiseren.
De Vlaamse studiegebieden liggen in de Ramskapellepolder (Nieuwpoort) en de Isabella- en Kappellepolder (Assenede en Sint-Laureins). De controlegebieden liggen in Middelkerke en in de Oudemanspolder (Sint-Laureins).
Maatregelen in Vlaanderen: Isabella Polder
In het demogebied Isabella Polder is eind 2018 ondertussen 8,6 % van de oppervlakte landbouwgrond in gebruik als natuurvriendelijk habitat voor het wildleven. Verschillende mengsels zijn hiervoor verantwoordelijk en bieden een gevarieerde habitat voor als wat de patrijs, als indicatorsoort nodig heeft nl. nestgelegenheid voor in de lente, voedsel (insecten) voor de jonge kuikens, voedsel (granen en bladeren voor de volwassenen) en dekking om de winter door te komen.
Volgende mengsels werden ingezaaid in dit demogebied:
- Wildmengsel: 18 ha. Zorgt voor winter en zomervoeding, en is een goede broedplek en bestaat uit boekweit, vlas, luzerne, zonnebloemen, haver, voeder radijs, rogge, kool, honing klaver, triticale en grote kaardebol. Ieder jaar wordt 50 % gemaaid en 50% opnieuw ingezaaid. Dit meerjarig bloemenmengsel zorgt voor alles wat een patrijs nodig heeft.
- Faunavoedselgewas: 6,5ha. Grasbufferstrook bestaande uit gras en een bloemenmengsel welke gemaaid wordt na 15 juli.
- Gemengde grasstrook plus: 16,5 ha. De strook wordt gedeeltelijke gemaaid na 15 augustus en de niet gemaaide stukken dienen als dekking voor de winter.
- Niet-geoogste granen: 8 ha. De granen worden niet geoogst en blijven staan tot 31 maart als wintervoeding voor de akkervogels.
Maatregelen in Vlaanderen: Ramskapelle Polder
In het demogebied Ramskapelle Polder is eind 2018 14,8 % van de oppervlakte landbouwgrond in gebruik als natuurvriendelijk habitat voor het wildleven. Verschillende mengsels zijn hiervoor verantwoordelijk en bieden een gevarieerde habitat voor als wat de patrijs, als indicatorsoort nodig heeft nl. nestgelegenheid voor in de lente, voedsel (insecten) voor de jonge kuikens, voedsel (granen en bladeren) voor de volwassenen en dekking om de winter door te komen.

Volgende mengsels werden ingezaaid in dit demogebied:
- Wildmengsel: 19,82 ha. Zorgt voor winter en zomervoeding, en is een goede broedplek en bestaat uit boekweit, vlas, luzerne, zonnebloemen, haver, voeder radijs, rogge, kool, honing klaver, triticale en grote kaardebol. Ieder jaar wordt 50 % gemaaid en 50% opnieuw ingezaaid. Dit meerjarig bloemenmengsel zorgt voor alles wat een patrijs nodig heeft.
- Faunavoedselgewas: 4ha. Grasbufferstrook bestaande uit gras en een bloemenmengsel welke gemaaid wordt na 15 juli.
- Gemengde grasstrook plus: 45 ha. De strook wordt gedeeltelijk gemaaid na 15 augustus en de niet gemaaide stukken dienen als dekking voor de winter.
- Niet-geoogste granen: 4 ha. De granen worden niet geoogst en blijven staan tot 31 maart als wintervoeding voor de akkervogels.
- Gemengde grasstrook: 1,14 ha. Grasstrook wordt gemaaid na 15 juni.
- Weidevogelmaatregelen: 3,8 ha. Verlate weide maaidatum zodat kuikens ongestoord kunnen groeien.
- Keverbank: 0,15 ha. Een keverbank ligt een halve meter hoger dan de omliggende grond en is een ideale plek voor loopkevers en andere insecten als voedsel voor de patrijzenkuikens.
Partners
1. Verenigd Koninkrijk: Game & Wildlife Conservation Trust (GWCT) - (hoofdpartner)
2. Nederland: Vogelbescherming Nederland, Stichting Zeeuws Landschap, Landschapsbeheer Zeeland, Stichting Brabants Landschap
3. Vlaanderen: Vlaamse Landmaatschappij, Inagro Agrobeheerscentrum (ABC ECO²), Instituut voor Natuur - en Bosonderzoek (INBO), Hubertus Vereniging Vlaanderen (HVV)
4. Duitsland: Universiteit van Göttingen (Duitsland)
Rol van de VLM
Het project bevat een economisch luik waar VLM het socio-economisch onderzoek coördineert, zowel in iedere partner regio als in Vlaanderen. De VLM onderzoekt en vergelijkt de houding van landbouwers t.a.v. het sluiten van beheerovereenkomsten in de studiegebieden in de verschillende partner landen. Zo krijgen we inzicht in de beweegredenen voor het al dan niet sluiten van agro-milieumaatregelen.
Meer informatie
laatste update: augustus 2020