Stalinventarisatie en standplaatsen
Ammoniakemissiereducerende maatregelen / 5% reductie voor rundveehouders
Stalinventarisatie en standplaatsen
Kunnen stallen nog toegevoegd of aangepast worden als ze niet of niet correct (verkeerde code) in de verzamelaanvraag staan? Wat als heel het erf als één gebouw werd aangegeven?
Stallen kunnen nog apart aangegeven worden tot en met 31 december 2025 in de verzamelaanvraag. Alleen de stallen die in de verzamelaanvraag geregistreerd zijn met code 11 worden ingeladen in de Mestbankaangifte.
Vanaf 1 januari 2026 kunt u de stallen niet meer toevoegen maar u moet de dieren die in die stallen of op het erf verbleven wel aangeven via het tabblad 'extra' in de Mestbankaangifte (zie minuut 15:30 van het webinar).
Vul in de toekomst ontbrekende stallen zeker in op uw verzamelaanvraag van 2026 of corrigeer de codes voor bestaande stallen. Alleen zo worden uw dieren correct aangegeven op stalniveau in de Mestbankaangifte.
Hoe moeten stallen en dieren aangegeven worden bij een bedrijfsovername in de loop van het jaar?
Bij een overname in de loop van het jaar moeten zowel de overlatende als de overnemende landbouwer de stallen registreren in de verzamelaanvraag met code P. Zo kunnen beide landbouwers hun dieren correct aangeven op stalniveau in de Mestbankaangifte.
Voor meer informatie over het aanpassen van de verzamelaanvraag kunt u terecht bij het Agentschap Landbouw en Zeevisserij (T 02 214 48 48 of
info@lv.vlaanderen.be).
Vanaf 2026 kan de verzamelaanvraag 2025 niet meer aangepast worden. Als een van beide landbouwers de stallen niet heeft geregistreerd in de verzamelaanvraag, moeten de dieren aangeven worden in het tabblad 'extra' (zie minuut 15:30 van het webinar).
Hoe moeten kalverhutten (iglo's) die buiten staan, en de dieren die daarin verblijven, aangegeven worden?
Kalverhutten die buiten staan hoeven niet als stal te worden geregistreerd in de verzamelaanvraag. De dieren die in die hutten verblijven, kunnen in de Mestbankaangifte worden aangegeven via het tabblad 'extra'. Kalverhutten (iglo's) die op een fundering en langdurig op dezelfde plaats staan, worden wel beschouwd als stal.
Hoe moeten stallen en dieren worden aangegeven als er geen vergunningsplicht geldt?
De definitie van een stal is een bedrijfsgebouw waar dieren gehouden worden. Alle stallen, ongedacht de vergunningplicht, moeten geregistreerd worden in de verzamelaanvraag. Schuilhokken en iglo's niet.
Wat met een mobiele kippenstal? Moet die ook in het tabblad extra aangegeven worden?
Kippenstallen moeten ingetekend worden in de verzamelaanvraag. Verplaatsbare kippenstallen moeten worden ingetekend maar moeten doorheen het jaar niet anders ingetekend worden als ze verplaatst worden. De dieren die in die stal zitten, moeten in het tabblad van de stal worden aangegeven.
Kunnen er meerdere diersoorten in dezelfde stal staan, bijvoorbeeld zowel varkens als runderen?
Ja. Elke stal is zichtbaar bij elke vraag van de diersoort.
Kunnen meerdere stalsystemen (bijv. deels traditioneel ingerichte stallen en deels met mestgoten) aangegeven worden in één stal?
Ja. In de vragen over de dierbezetting kunnen er per stal meerdere stalsystemen worden aangegeven. Als dezelfde diercategorie in een stal in meerdere staltypes zit, kan er in de tabel van de dierbezetting een lijn worden bijgemaakt door op het plusje te klikken.
Worden de paarden die altijd in de weide zitten op het tabblad extra automatisch doorgerekend aan 100% beweiding?
Nee, de dieren die u opgeeft in het tabblad 'extra' worden niet automatisch beschouwd als 100% beweiding. Dat komt omdat het tabblad 'extra' een bredere functie heeft en niet uitsluitend bedoeld is voor dieren die altijd buiten staan. In dat tabblad worden bijvoorbeeld ook dieren aangegeven die gehouden werden in een stal die niet (correct) geregistreerd werd in de verzamelaanvraag.
Het beweidingspercentage moet worden ingevuld bij vraag 2.6. Hebt u in het tabblad 'extra' dieren vermeld die permanent in de weide verblijven? Vul dan bij vraag 2.6 in het tabblad 'extra' overal 100% beweiding in.
Dient het tabblad 'extra' om alle dieren aan te geven die niet vergund zijn? Bijvoorbeeld bij handelaars of vleesveehouders die dieren kopen, in de weide laten lopen en opnieuw verkopen?
In het tabblad 'extra' moet u de dieren aangeven die niet aan een stal kunnen worden toegewezen. Dieren die nooit in een stal verblijven, zoals dieren die permanent op de weide staan, moeten in dat tabblad worden aangegeven.
In dit tabblad kunnen ook dieren aangegeven worden die gehouden worden in een stal die niet (correct) geregistreerd werd in de verzamelaanvraag.
Wat als er dieren staan in een bedrijfsgebouw dat ook gebruikt wordt als loods? Moet je dat gebouw dan opsplitsen als stal en loods?
- Als u de intekening kunt splitsen, mag u dat doen en elk deel aanduiden met de juiste code.
- Als u de intekening niet kunt splitsen, mag één teeltcode gebruikt worden voor het geheel. U moet dan wel gebruikmaken van de code die het hoogst in de tabel staat (dus laagste nummer). Het is hierbij belangrijk dat de locatie van de stallen gekend is. Bijvoorbeeld: een gebouw dat zowel als stal als voor opslag gebruikt wordt, moet aangegeven worden met de code '11'.
Wat als een stal mestopslag bevat, maar geen dieren?
Als het over een leegstaande stal gaat die nog gebruikt wordt voor de mestopslag, dan mag u dat tabblad leeg laten in de aangifte.
Kan ik in een stal meer dieren noteren dan standplaatsen als er tegelijkertijd andere stallen onderbezet zijn?
Het is mogelijk om op papier een hogere gemiddelde bezetting op te geven dan het aantal standplaatsen. Maar in de praktijk kunnen er niet meer dieren staan dan het voorziene aantal standplaatsen (het aantal dieren dat effectief in de stal kan staan).
Wat is een standplaats? Is dat hetzelfde als het aantal ligboxen?
De 'effectieve' standplaatsen moeten aangegeven worden per stal. Dat is het aantal plaatsen dat tijdens het jaar werd uitgebaat. De standplaatsen geven aan hoeveel dieren die in een stal kunnen staan.
Ammoniakemissiereducerende maatregelen / 5% reductie voor rundveehouders
Moeten het aantal standplaatsen van de vergunning vermeld worden bij vraag 2.8 of de effectieve bezetting?
- Bij een vermindering van het aantal standplaatsen geeft u het aantal vergunde standplaatsen dat u vermindert op.
- Bij de opgave van de ammoniakemissiereducerende maatregelen geeft u het aantal standplaatsen op waarop die van toepassing zijn.
Kunnen meerdere emissiearme technieken aangegeven worden bij één diercategorie (bijvoorbeeld combinatie mestrobot en beweiding)?
Ja. Op dezelfde diercategorie kunnen meerdere maatregelen van toepassing zijn. Als u verschillende ammoniakemissiereducerende maatregelen hebt voor eenzelfde diercategorie, voeg dan een lijn toe via het plusteken.
Moet de PAS-maatregel in detail uitgeschreven worden (bijvoorbeeld het aantal uren weidegang)?
Neen, dat is niet nodig. U moet de maatregel alleen selecteren in een keuzelijst. Bij bepaalde maatregelen, zoals beweiden, vindt u naast de code van de ammoniakemissiereducerende maatregel ook het aantal uren. Op deze manier kunt u de maatregel met het juiste aantal uren selecteren.
Wordt de beweiding die ik ingeef in menu 2.8 vergeleken met het percentage beweiding die ik ingeef bij vraag 2.6?
Neen.
- Bij vraag 2.6 geeft u aan hoeveel tijd de dieren doorbrengen op de weide, uitgedrukt in een percentage.
- Bij vraag 2.8 over de emissiereducerende maatregel mag u 'beweiding' alleen melden in de vergunning en op het Omgevingsloket als ze voldoet aan de voorwaarden van die maatregel (bijvoorbeeld geen dieren in het stalgedeelte tijdens de weidegang, registratie, enzovoort, ...). U kunt meer beweiding toepassen dan de emissiereducerende maatregel voorschrijft.
Heb ik voldaan aan de reductie als ik in vraag 2.8 beweiding als emissiereducerende maatregel opneem en tegelijk heb voldaan aan de daaraan gelinkte voorwaarden (registratie, geen dieren in het stalgedeelte tijdens weidegang, enz)?
Neen, de maatregel moet ook in uw vergunning worden opgenomen en gemeld worden op het Omgevingsloket.
De voorgestelde diercategorieën in de Mestbankaangifte komen niet altijd overeen met het MER-richtlijnenhandboek van het Omgevingsloket.
De diercategorieën overlappen grotendeels. Als ze niet overlappen, kunt u terugvallen op het
Besluit van de Vlaamse Regering over het toewijzen van de diercategorieën.
Moet ik de PAS-maatregel opgeven die in 2026 uitgevoerd wordt of de PAS-maatregel die in 2025 is uitgevoerd?
Alle maatregelen voor de 5%-reductie voor rundveehouders moeten geïmplementeerd worden ten laatste op 31 december 2025 en aangegeven worden uiterlijk op 15 maart 2026. Beweiding kunt u nog niet uitvoeren in december 2025. Als u kiest om de 5% reductie (geheel of gedeeltelijk) te realiseren via de maatregel beweiden, dan moet u uiterlijk op 15 maart 2026 de maatregel melden via het Omgevingsloket en de maatregel aangeven bij vraag 2.8 in de digitale Mestbankaangifte.
Hoeveel standplaatsen moet ik invullen als ik tijdelijk plaatsen schrap voor de 5%-reductie? Moet ik het aantal standplaatsen met of zonder tijdelijke schrapping aangeven per stal?
De 'effectieve' standplaatsen moeten aangegeven worden per stal. Dat zijn het aantal plaatsen die tijdens het jaar werden uitgebaat. Als de standplaatsen pas volgend jaar buiten gebruik worden gesteld, moet u ze nog niet in mindering brengen.
Moet een bedrijf dat in het verleden al beweiding toepaste voldoen aan de reductieplicht van 5%?
Ja, elke rundveehouder die op 23 februari 2024 vergund was, moet voldoen aan de reductieplicht van 5% tegenover de vergunde situatie van 1 januari 2015. Er is een uitzondering voor bedrijven die een vrijstelling voor de PAS-reductie hebben gevraagd en gekregen. Of het bedrijf nog verdere actie moet ondernemen, hangt af van de situatie:
- Situatie 1: de beweiding is sinds 1/01/2015 als PAS-maatregel opgenomen in de vergunning. In dat geval moet er geen verdere actie worden ondernomen, op voorwaarde dat de vergunde toestand met PAS-maatregelen al voor 5% reductie zorgt ten opzichte van de vergunde toestand zonder PAS-maatregelen. Als dat niet het geval is, moet het bedrijf nog aanvullend reduceren zodat de 5% gerealiseerd wordt.
- Situatie 2: de beweiding is
niet als PAS-maatregel opgenomen in de vergunning sinds 1/01/2015. In dat geval moet het bedrijf verdere actie ondernemen om de reductie van 5% te realiseren. Dat kan bijvoorbeeld door de PAS-maatregel beweiding te melden in het Omgevingsloket en die aan te geven via de Mestbankaangifte.
Als een bedrijf sinds 2015 al via een nieuwe vergunning een vermindering of omvorming van het aantal dierplaatsen heeft gerealiseerd, hoeft er nu niets meer te worden aangegeven.
Stel dat een rundveebedrijf op 1 januari 2015 een vergunning had voor 400 standplaatsen, maar daarvan werden er slechts 195 gerealiseerd. Bij hernieuwing van de vergunning in 2022 werd het aantal vergunde standplaatsen herleid naar 195. Moet dat bedrijf nog verdere actie ondernemen om te voldoen aan 5% reductie?
Neen. Om te bepalen hoeveel er al gereduceerd werd, wordt de huidige vergunde emissie vergeleken met de vergunde emissie op 1 januari 2015, ook al werd die niet volledig gerealiseerd.
De tussentijdse reductie is al volledig gerealiseerd als voldaan is aan de volgende formule:
(vergunde emissie 1.01.2015 – huidige vergunde emissie) / vergunde emissie 1.01.2015 x 100 ≥ 5%
Moet een varkenshouder of pluimveehouder die eind 2025 een vergunning heeft gekregen met een PAS-maatregel die al aangeven, ook al is de maatregel in 2025 nog niet (volledig) toegepast?
Ja, de PAS-maatregel mag worden aangegeven zodra die in de vergunning is opgenomen, ook als de toepassing nog niet (volledig) gerealiseerd is.
Hoe geef ik meerdere PAS-maatregelen voor dezelfde diercategorie in? Bijvoorbeeld 5 plaatsen op 150 dagen beweiding en 4 plaatsen op 120 dagen beweiding zonder lege mestkelder.
Bij vraag 2.8 duidt u de ammoniakemissiereducerende maatregelen aan via een keuzelijst. Bij bepaalde maatregelen vindt u naast de code van de ammoniakemissiereducerende maatregel ook het reductiepercentage. Op die manier kunt u de maatregel met het juiste reductiepercentage selecteren.
Als u verschillende ammoniakemissiereducerende maatregelen hebt voor eenzelfde diercategorie, voeg dan een lijn toe via het plusteken. Dezelfde diercategorie kan meerdere maatregelen hebben.
Onze stal wordt in 2026 verbouwd en de dieren worden in een tijdelijke stal ondergebracht. Moeten we de situatie met de tijdelijke stal aangeven of die van de stal in aanbouw?
De tijdelijke stal moet nog ingetekend worden in de verzamelaanvraag van 2025. Als dieren al in de tijdelijke stal zitten in 2025, dan moet de gemiddelde bezetting daar ook in aangegeven worden.