Lokale voedselprojecten kunnen op diverse manieren bijdragen aan een duurzaam voedselsysteem.
Hun kracht zit vaak in hun experimenteel karakter, hun verankering in de lokale context en de samenwerking tussen landbouwers, burgers en andere partners. Maar om hun volle potentieel te benutten, zijn opschaling en beleidsmatige inbedding cruciaal. Dat blijkt uit een studie naar de rol van lokale voedselprojecten in de duurzame voedseltransitie in Vlaanderen, uitgevoerd door IDEA Consult in opdracht van de Vlaamse Landmaatschappij. De resultaten van deze studie werden voorgesteld tijdens de LEADER-dagen op 2 juni in Borgloon en op 19 juni in Roeselare.
7 aanbevelingen voor succesvolle voedselprojecten
De studie formuleert zeven aanbevelingen voor beleid en praktijk:
Uit de studie blijkt dat voedselprojecten pas echt impact hebben als ze niet alleen innovatief zijn, maar ook stevig ingebed zijn in een breder strategisch kader. Alleen dan kunnen ze bijdragen aan een structurele voedseltransitie, zowel op lokaal als bovenlokaal niveau.
Daarnaast is het belangrijk om al vanaf de start na te denken over de continuïteit van het project. Initiatieven die inzetten op duurzame opschaling en verankering vergroten hun kans op blijvende impact, ook na afloop van de financieringsperiode.
Landbouwers zijn een onmisbare schakel in de voedseltransitie, maar worden niet altijd automatisch betrokken. Een succesvolle samenwerking vraagt om meer inzicht in hun realiteit, en om strategieën die sensibilisering, ondersteuning en partnerschap centraal stellen.
Een duurzaam voedselsysteem vereist inzet van alle schakels in de keten – van productie tot consumptie. Samenwerking tussen producenten, verwerkers, distributeurs en consumenten is cruciaal om een robuust en toekomstbestendig systeem op te bouwen. Lokale voedselhubs bieden daarbij een waardevol instrument. Door infrastructuur, logistiek en samenwerking te centraliseren, versterken ze de korte keten en vergroten ze de slagkracht van lokale voedselinitiatieven.
Verder wijst de studie op het belang van bestaande beleidskaders en instrumenten, zoals voedseldeals en voedsellandschappen. Door daarop aan te sluiten, kunnen projecten hun doelen beter realiseren en ook bijdragen aan een samenhangend en duurzaam Vlaams voedselsysteem.
Tot slot wordt in de studie het belang onderstreept van coördinatie en verbinding. De voedseltransitie raakt meerdere sectoren en niveaus, en vraagt daarom om actoren die bruggen slaan, samenwerking stimuleren en versnippering tegengaan.
De studie biedt interessante inzichten en handvaten voor verschillende actoren die actief zijn in het lokale voedselsysteem om mee aan de slag te gaan. In de eerste plaats biedt de studie inspiratie aan lokale besturen, projectpromotoren en leden van Lokale Actiegroepen (LAG's) om een lokaal voedselbeleid uit te stippelen en projecten te ontwikkelen die dit beleid mee vorm geven.
Ook de Vlaamse overheid gaat met de aanbevelingen uit deze studie aan de slag. Agentschap Landbouw en Zeevisserij, departement Omgeving en de VLM slaan de handen in elkaar om lokale besturen te ondersteunen bij het uitbouwen van een (boven)lokaal voedselbeleid. Dit gebeurt aan de hand van een overheidsopdracht gegund aan een consortium van Let Us, Rikolto, Levuur, Artevelde Hogeschool en TheRockGroup. Naast ondersteuning aan de lokale besturen, zal via deze opdracht ook input gegeven worden aan de rol van de Vlaamse overheid in het tot stand komen van een overkoepelende richting voor deze lokale voedselstrategieën binnen de Go4Food-strategie. Daarnaast zal VLM de aanbevelingen van deze studie waar relevant opnemen in het totstandkomen van het Vlaams transversaal plattelandspact.
Bekijk de video met 7 aanbevelingen:
Meer informatie