De VLM en Europa, dat is een verhaal dat ver terug gaat. Hoe startte de samenwerking met Europa en hoe is die geëvolueerd?
De Vlaamse Landmaatschappij (en tot 1988 haar voorganger de Nationale Landmaatschappij) kent een lange traditie van samenwerking met organisaties uit omringende landen. Zo zijn we al meer dan 50 jaar actief lid in de ‘Association Européenne des Institutions d’Aménagement Rural’ (kortweg A.E.I.A.R). Dat is een organisatie die de plattelandsontwikkeling in Europa bevordert. Ze brengt instellingen samen die zich inzetten voor betere leefomstandigheden en economische kansen op het platteland en zoekt naar oplossingen voor toegang tot grond voor landbouwers.
Ook in de Europese Vereniging voor Agrarisch Recht (Comité Européen de Droit Rural), een organisatie die zich richt op Europees plattelandsrecht en -beleid, waren we lang actief. Recenter, in 2006, werden we ook lid van de ivzw PURPLE (Peri-Urban Regions Platform Europe) waarin regionale overheden zoeken naar de kenmerken, uitdagingen en oplossingen voor de sterk verstedelijkte regio’s zoals Vlaanderen.
Sinds de jaren 90, toen Europese subsidieprogramma’s zoals Interreg, LIFE en LEADER startten, vonden we via die programma’s ook financiële en inhoudelijke kansen voor onze werking.
In de late jaren '90 werkten we met andere belanghebbenden aan de herontwikkeling van de Dode IJzer in Roesbrugge, een oude meander van de IJzer. Dat was ons eerste avontuur met Europese steun. In 1999 startten we met het Interreg IIC project ‘Sustainable Open Spaces in North Western Europe’. Dat project was de voorloper voor een reeks Europese projecten waarin de open ruimte centraal staat. Dankzij Europese steun kunnen we investeren, toegepast onderzoek uitvoeren en personeel aanwerven, met soms tot wel 100% van de financiering.
Zijn er voorbeelden van projecten waarbij Europese middelen een cruciale rol hebben gespeeld?
Mede dankzij Europese subsidies konden we het plattelandsproject ‘de Merode’ realiseren, dat vanaf 2005 van start ging. Via verschillende Europese projecten verwierven we daarvoor nieuwe kennis, inzichten, investeringen en capaciteit. Zo werd het gebied Averbode Bos en Heide in de Merode ontwikkeld in een natuurinrichtingsproject, gefinancierd met steun van het LIFE-programma.
Demeter is dan weer een voorbeeld van een Europees project rond duurzame landbouw: de Demeter-tool helpt boeren de meest optimale en duurzame bemesting berekenen voor hun landbouwpercelen.
Intussen namen we deel aan meer dan 50 door Europa meegefinancierde projecten zoals Interreg project Farland, LIFE-project Green 4 Grey en Horizon 2020 project COASTAL. En we starten nog altijd nieuwe Europese projecten op. Het stimuleert ons om onder de kerktoren vandaan te komen, zonder daarbij onze eigenheid te verliezen.
VLM is ook beheersdienst voor de beheerovereenkomsten en LEADER, die mee gefinancierd worden door het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling.
Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling staat in voor de financiering van de tweede pijler van het Europese landbouwbeleid: de focus ligt daar op plattelandsontwikkeling en duurzame landbouwpraktijken. In 2000 startte in Vlaanderen het allereerste programma voor plattelandsontwikkeling (PDPO I). Voor VLM was dat een mijlpaal voor onze taken als beheersdienst voor de beheerovereenkomsten voor landbouwers en LEADER.
Bij VLM mikken we vooral op onze rol als bruggenbouwer en sluiten we beheerovereenkomsten met landbouwers. Zo kunnen landbouwers Europese subsidies krijgen om percelen te onderhouden of beheren op een manier die goed is voor de biodiversiteit, het landschap en het milieu. Door bijvoorbeeld bloemenstroken aan te leggen die aantrekkelijk zijn voor bijen, of natte percelen speciaal voor weidevogels. Of landbouwers laten wintergraan staan op een deel van hun percelen zodat akkervogels de winter kunnen doorkomen.
Daarnaast werken we in de LEADER-gebieden aan een veerkrachtige samenleving op het platteland door projecten te steunen die duurzame landbouwproductie – en afzet bevorderen, de dorpen aantrekkelijker maken, innovaties mogelijk te maken, … Dat soort projecten is van belang om ook buiten onze steden de nodige ontwikkelingskansen te voorzien. Een mooi voorbeeld van hoe je met LEADER-middelen een dorpsgemeenschap kunt laten openbloeien, is het project ‘Herbestemming van de kerk van Beke’. In die dorpskerk vinden nu onder meer markten met lokale producten en nieuwjaarsrecepties plaats en ook de lokale school kan er terecht voor haar activiteiten.
De VLM is ook hoofdpartner van EIP-AGRI. Wat is dat precies en wat is de rol van VLM?
Sinds 2013 coördineren we het internationale consortium ‘Support Facility for the European Innovation Partnership for Sustainable and Productive Agriculture and Forestry’. In opdracht van de Europese Commissie ondersteunen we kennisontwikkeling en -uitwisseling rond duurzame land – en bosbouw, tussen wetenschappelijke instellingen, overheden én landbouwers in de lidstaten. We organiseren daarvoor diverse evenementen zoals workshops, conferenties en focusgroepen, en zetten verschillende communicatiemiddelen in. Zo zorgen we ervoor dat landbouwers uit verschillende lidstaten hun kennis en ervaringen met elkaar kunnen delen.
In mei vond nog de conferentie ‘EIP-AGRI Operational Groups: Innovation in Practice’ plaats in Estoril (Portugal). Een ‘operational group’ is een samenwerkingsverband van verschillende belanghebbenden, zoals boeren, onderzoekers en bedrijven, die gezamenlijk werken aan innovatieve landbouwprojecten. De conferentie werd georganiseerd naar aanleiding van de 3000ste operationele groep die actief is. Een hoogtepunt van de conferentie was de uitreiking van de eerste EIP-AGRI Innovation Awards 2024. Er waren zes categorieën, met vijf genomineerden per categorie, en een winnaar per categorie. Een zevende prijs werd uitgereikt aan de 'publieksfavoriet'.
Zo wonnen het Spaanse project Go Phytodron dat de integratie van dronetechnologie in de landbouw bevordert voor een precieze toepassing van gewasbeschermingsmiddelen, en een Duits project Precision Liming in Brandenburg, rond het beheer van bodemzuurtegraad met een volledig gedigitaliseerd systeem voor variabele kalktoepassing.
Welke toekomstige uitdagingen ziet de Vlaamse Landmaatschappij nog in Europese samenwerking?
Grensoverschrijdende samenwerking blijft essentieel om veerkrachtige landschappen te realiseren, natuurlijke corridors te ontwikkelen en nieuwe inzichten te krijgen op het gebied van landbouw- en plattelandsontwikkeling en klimaatadaptatiemaatregelen. Zo bouwen we verder aan een bredere Europese duurzame toekomst. Open ruimte, klimaatadaptatie, infrastructuur, natuur, landschap … stoppen immers niet aan onze grenzen.
Meer informatie