
De beheerovereenkomsten van de Vlaamse Landmaatschappij worden zowel met Europese als Vlaamse middelen gefinancierd. Met het oog op een correcte besteding van de middelen uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO), verwacht Europa van de Vlaamse overheid dat zij toeziet op de naleving van de contractvoorwaarden en eventuele overtredingen sanctioneert. Hoe dit moet gebeuren, is omschreven in drie Europese verordeningen (EU VR 640/2014, EU VR 1306/2013 en EU VR 809/2014).
Contractvoorwaarden
Een beheerovereenkomst omvat drie verschillende types van voorwaarden:
- instapvoorwaarden,
- basisnormen
- beheervoorwaarden.
De landbouwer wordt enkel vergoed voor de beheervoorwaarden. In navolging van de Europese regelgeving controleert de Vlaamse overheid echter de naleving van alle contractvoorwaarden.
Instapvoorwaarden
Met het oog op een doeltreffende inzet van de financiële middelen kunnen beheerovereenkomsten enkel gesloten worden als aan bepaalde voorwaarden is voldaan. Zo is bijvoorbeeld een overeenkomst voor de aanleg van een grasstrook met het oog op erosiebestrijding enkel mogelijk op plaatsen waar water en sediment afstroomt.
Aan de instapvoorwaarden moet niet alleen voldaan zijn in het jaar van de aanvraag, maar ook tijdens de hele looptijd van de beheerovereenkomst.
Basisnormen
Die categorie van contractvoorwaarden vloeit voort uit algemeen geldende nationale wetgeving of uit de randvoorwaarden die landbouwers moeten naleven om Europese inkomenssteun te kunnen ontvangen. Het gaat daarbij om normen die relevant zijn voor de beheerovereenkomst. Zo mogen bijvoorbeeld op grasstroken aangelegd voor weidevogels geen handelingen verricht worden met het opzet vogels of hun nesten te verstoren of te vernielen.
Beheervoorwaarden
Bij dit type van contractvoorwaarden gaat het om handelingen die de landbouwer moet verrichten of juist niet mag verrichten. Als een landbouwer bijvoorbeeld een beheerovereenkomst sluit voor de teelt van een 'voedselgewas' voor akkervogels, dan moet hij jaarlijks of tweejaarlijks een zaadleverend gewas(mengsel) zoals tarwe of boekweit inzaaien voor 31 mei. Hij mag het voedselgewas echter niet onderwerken of oogsten voor 15 maart van het daaropvolgende kalenderjaar.
Sanctionering
In de Europese verordeningen wordt een onderscheid gemaakt tussen inbreuken op de contractuele oppervlakte en andere overtredingen. Voor die laatste categorie verschilt de sanctionering naar gelang het type contractvoorwaarde:
Instapvoorwaarden
Als tijdens de looptijd van de beheerovereenkomst wordt vastgesteld dat niet voldaan is aan de instapvoorwaarden, dan wordt de beheerovereenkomst stopgezet. De landbouwer ontvangt geen vergoeding voor het jaar waarin de vaststelling wordt gedaan en reeds uitbetaalde vergoedingen worden teruggevorderd.
Basisnormen en beheervoorwaarden
Als een overtreding van die contractvoorwaarden wordt vastgesteld, wordt de vergoeding voor het jaar waarin de vaststelling gebeurt, verminderd met een bepaald percentage. Dat 'kortingspercentage' varieert naar gelang de ernst, de duur en de omvang van de overtreding van 10% tot 150%. In geval van herhaling van de overtreding wordt het kortingspercentage verhoogd.
Bepaalde overtredingen op de beheervoorwaarden kunnen naast de vermindering van de vergoeding voor het jaar van de vaststelling, ook leiden tot de terugvordering van eerder betaalde vergoedingen en de stopzetting van de beheerovereenkomst.
Vervalsing, nalatigheid en aanzienlijke fouten
Als de landbouwer valse informatie geeft of nalaat om relevante informatie te verstrekken, wordt een extra zware sanctie opgelegd. Dia is ook het geval wanneer de landbouwer verschillende zware overtredingen begaat. Meer bepaald wordt in dergelijke gevallen in het jaar van de vaststelling én het daaropvolgende jaar geen vergoeding betaald voor alle overeenkomsten voor hetzelfde beheerpakket.
Gebruik van grasstroken door waterloopbeheerders
Met het oog op erosiebestrijding, buffering van waardevolle natuurelementen en de bescherming van akker- en weidefauna leggen landbouwers via beheerovereenkomsten gras(kruiden)stroken aan op hun percelen. Op heel wat van die stroken zijn met uitzondering van de werkzaamheden voorgeschreven in de overeenkomst (bv. maaien of klepelen) geen andere activiteiten toegestaan.
In de praktijk worden de grasstroken echter voor verschillende andere doeleinden gebruikt. Zo maken waterloopbeheerders bijvoorbeeld gebruik van de stroken bij onderhoudswerken aan aangrenzende waterlopen. Hieronder volgt een beschrijving van de gevolgen voor de landbouwer als bij een terreincontrole schade ten gevolge van dergelijke werken wordt vastgesteld:
Regulier onderhoud van waterlopen
- Schade aan de grasstrook ten gevolge van reguliere onderhoudswerkzaamheden aan waterlopen zullen nooit onmiddellijk tot een financiële sanctie voor de landbouwer leiden.
- Als op een aanzienlijk deel van de grasstrook schade wordt vastgesteld, wordt met de landbouwer een termijn afgesproken waarbinnen de schade hersteld moet zijn.
- Enkel als na afloop van die termijn de schade niet hersteld is, zal er een financiële sanctie volgen.
Niet regulier onderhoud van waterlopen (bv. herprofilering)
Als dergelijke werken aan een waterloop worden uitgevoerd, moet de landbouwer dat melden aan de VLM. Het gevolg zal afhankelijk zijn van de impact van de werken op de overeenkomst:
- Als de schade op relatief korte termijn herstelbaar is, zijn er geen gevolgen voor de beheervergoeding, als de afgesproken termijn wordt gerespecteerd.
- Als de schade niet herstelbaar is op korte termijn, zal de landbouwer geen vergoeding ontvangen voor het jaar waarin de werken plaatsvinden.
- Bij onherstelbare schade zal de beheerovereenkomst worden verkleind of stopgezet.
Als de landbouwer de VLM op de hoogte gebracht heeft van de werken, zal een vaststelling van schade nooit leiden tot een terugvordering van eerder betaalde beheervergoedingen.