Wat is inscharing?
Inscharen is het tijdelijk laten grazen van uw dieren op gronden van een andere landbouwer. U moet hiervoor een inscharingscontract opmaken met die andere landbouwer.
De bemestingsrechten worden sinds MAP 7 toegekend aan de gebruiker van de hoofdteelt en niet langer aan de gebruiker van 1 januari. Die hoofdgebruiker van het perceel heeft de bemestingsrechten op het perceel voor het hele jaar.
Als een derde mest aanlevert, moet daarvoor een bewijs van mestafzet zijn. In dit geval een inscharingscontract. Dat regelt het bewijs dat de houder van de dieren (de inschaarder) mest heeft afgezet en is tegelijkertijd een bewijs dat de houder (eigenaar of hoofdgebruiker) van het perceel mest ontvangen heeft. Daarom moet hij een inscharingscontract opmaken voor de bemesting tijdens de begrazing (= inscharing) door dieren van andere landbouwers (= inschaarder).
Wat met gronden buiten Vlaanderen?
Als de percelen buiten Vlaanderen liggen, kunt u de inscharing niet registreren via het Mestbankloket als de houder van het perceel niet bij de Mestbank gekend is. Neem in dat geval contact op met de Mestbank in uw regio voor een papieren formulier.
Inscharing naar gronden in Wallonië is alleen mogelijk als u het 'contrat de pâturage' naar de Waalse overheid opstuurt. Dergelijk 'contrat de pâturage' is ook vereist voor inscharing van dieren van een Waalse landbouwer op gronden in Vlaanderen. Meer info: Agriculteur (wallonie.be) .
Is de houder van het buitenlandse perceel wél gekend bij de Mestbank, dan moet u na het opmaken van de inscharing nog contact opnemen met de Mestbank in uw regio om de landcode van de losplaats te laten aanpassen, aangezien die standaard op Vlaanderen staat.
Voorwaarden voor inscharing
- Zowel de houder (eigenaar of hoofdgebruiker) van het perceel als de inschaarder moeten gekend zijn bij de Mestbank als actieve aangifteplichtige of als actieve niet-aangifteplichtige.
- De begin- en einddatum van de inscharingsperiode moeten binnen éénzelfde jaar liggen.
- Niet-landbouwgronden (recreatieve gebieden, natuurgebieden,...) komen niet in aanmerking voor inscharing.
Melden van een inscharing
Wanneer?
De inscharing moet gemeld worden tussen de eerste dag van de inscharing en ten laatste na 14 dagen na de start van de eerste inscharing. Op één inscharingscontract kunnen er namelijk meerdere periodes en verschillende diersoorten staan.
Hoe?
Online via het Mestbankloket
U moet de inscharing online registreren via het Mestbankloket. De ene partij moet de inscharing aanmaken en de andere partij moet de inscharing bevestigen. Daarna kan het registratiebewijs worden afgedrukt of gedownload. Meer informatie vindt u in de
handleiding.
Bij het registreren van de inscharing, moet u de begin- en einddatum van de geplande inscharingsperiode opgeven. Die periode moet liggen binnen eenzelfde kalenderjaar. Verder moet u de diersoort, en per diersoort het aantal dieren, opgegeven.
Bekijk hier een korte handleiding over de aanmaak van een inscharing op het Mestbankloket en het afdrukken van het registratiebewijs.
Wijzigen of annuleren van een inscharing
Als de inscharing niet (volledig) wordt uitgevoerd zoals gemeld, moet u het inscharingscontract wijzigen. Dat doet u zo snel mogelijk en ten laatste vóór 1 maart van het jaar volgend op de inscharing.
Via het Mestbankloket
Hoe u een inscharingscontract wijzigt, vindt u terug in de
handleiding voor het wijzigen van een inscharingscontract. Het annuleren of wijzigen van de betrokken partijen kan alleen op papier.
Op papier
Een annulering of wijziging meldt u met het
formulier Wijziging of annulering van een inscharingscontract.
Zowel de inschaarder als de houder van het perceel moeten het formulier ondertekenen. Bij een wijziging van partijen moet zowel de oude als de nieuwe partij het formulier ondertekenen.
Berekening van een inscharing
Hoeveel nutriënten op een perceel terechtkomen bij begrazing, hangt af van de nettoproductie. Met het
berekeningsblad berekening inscharing kunt u zelf de hoeveelheid nutriënten van de inscharing berekenen. Dat doet u op basis van de diercategorie, het aantal dieren en de periode.
Door MAP 7 zijn de uitscheidingscijfers en de nettoproductie voor bepaalde diersoorten gewijzigd.
Voor zoogkoeien verhoogt de nettoproductie stelstelmatig:
- 2025: 58,65 kg N/dier/jaar en 27 kg P2O5/dier/jaar
- 2026: 61,20 kg N/dier/jaar en 29 kg P2O5/dier/jaar
- Vanaf 2027: 63,75 kg N/dier/jaar en 31 kg P2O5/dier/jaar
Voor melkkoeien zijn er bij de uitscheidingscijfers verschillende productiecategorieën. Bij inscharing wordt er echter met een gemiddelde gerekend. In 2026 zal een nieuw gemiddelde berekend worden op basis van de aangiftegegevens van productiejaar 2025. Tot dan blijft de berekening voor inscharing van melkkoeien ongewijzigd.