Open ruimte is van levensbelang om Vlaanderen leefbaar te houden. Maar overheden die de open ruimte beter willen inrichten, botsen vaak op een kluwen van versnipperde eigendommen. Het decreet landinrichting biedt tools om complexe openruimteplannen toch te realiseren. We zetten drie opmerkelijke instrumenten in de spotlights.
Herverkaveling uit kracht van wet (met planologische ruil)
In tegenstelling tot een vrijwillige herverkaveling kan een herverkaveling uit kracht van wet
opgelegd worden door de overheid. De betrokken gronden worden gebruikt om maatschappelijke doelen te realiseren: meer natuur, waterveiligheid, de aanleg van trage wegen ... Het feit dat de overheid de herverkaveling oplegt,
betekent niet dat eigenaars of gebruikers van gronden buitenspel worden gezet. Zij worden intensief betrokken bij het herverkavelingstraject en mogen hun wensen en bezorgdheden uiten.
In een herverkaveling uit kracht van wet kan versneld een gebruiksruil worden doorgevoerd. Daardoor kunnen landbouwers hun ruilgronden al gebruiken nog voor ze officieel eigenaar zijn. Bij een herverkaveling uit kracht van wet met planologische ruil wordt de herverkaveling ingepast in een
ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP), zodat meteen ook de bestemming van een grond kan worden aangepast.
Beheerovereenkomsten landinrichting
Via
beheerovereenkomsten in het kader van het decreet landinrichting kunnen particulieren er mee voor zorgen dat de doelen van een plan of project van een overheid gerealiseerd worden. Ze doen dat door tegen een vergoeding hun eigen gronden op de gewenste manier te beheren. Bijvoorbeeld door specifieke bomen en struiken aan te planten en te onderhouden, of door een kapelletje of een wandelpad op hun terreinen open te stellen en te onderhouden.
Een beheerovereenkomst is altijd vrijwillig: de grondgebruiker bepaalt zelf of hij deelneemt. Het is aan de betrokken overheid om gebruikers te motiveren.
Alle grondgebruikers – dus niet alleen landbouwers – kunnen een beheerovereenkomst landinrichting sluiten. Dat vergroot het potentieel van de maatregel, zeker in gebieden waar veel niet-landbouwers wonen of aan de slag zijn. Bovendien kan
iedere administratieve overheid een beheerovereenkomst landinrichting sluiten met particulieren, op voorwaarde dat ze de nodige afspraken over financiering heeft vastgelegd in een landinrichtingsplan, een inrichtingsnota of een beheervisie.
Vrijwillige bedrijfsverplaatsing
Bij een vrijwillige bedrijfsverplaatsing kiest een landbouwbedrijf ervoor om (een deel van) de activiteiten op
een nieuwe locatie onder te brengen, zodat de overheid een project van algemeen nut kan realiseren. De eigenaar gaat daarbij
zelf op zoek naar een nieuw terrein. Hij kan een vergoeding aanvragen bij de landcommissie om de verplaatsing te financieren.
Een bedrijfsverplaatsing is een ingrijpende ervaring voor de betrokken landbouwer en vrij duur voor de overheid. Een vrijwillige bedrijfsverplaatsing is daarom alleen mogelijk als de aanwezigheid van het bedrijf de
realisatie van een overheidsproject belemmert, of als het project de leefbaarheid van het bedrijf in gevaar brengt. Alternatieven zijn vrijwillige bedrijfsbeëindiging of vrijwillige bedrijfsreconversie.
Meer info over de instrumentenkoffer landinrichting vind je in de nieuwe brochure 'De instrumenten landinrichting' en op
www.vlm.be/nl/projecten/instrumenten_landinrichting.