Afgelopen zomer gaf Vlaams minister Koen Van den Heuvel groen licht voor de ruilverkavelingsprojecten Gooik, Rijkevorsel-Wortel en Molenbeersel. De uitvoering van de plannen beoogt een gezond evenwicht tussen landbouw, natuur, erfgoed en recreatie.
De ruilverkavelingen Gooik (2.897 ha), Rijkevorsel-Wortel (2.494 ha) en Molenbeersel (861 ha) beslaan in totaal meer dan 6.250 hectare. De projecten bieden een antwoord op enkele belangrijke openruimtevragen, zoals: hoe verzoenen we landbouw met natuurbehoud? Hoe geven we landbouwers de nodige rechtszekerheid om hun bedrijf te kunnen runnen? Hoe beschermen we waardevol erfgoed? En op welke plaatsen is recreatie mogelijk?
Efficiënter
“Aan de goedkeuring van minister Van den Heuvel gingen jaren van studies en voorbereiding vooraf”, zegt
Lien Lambrechts, planontwerper Molenbeersel bij de Vlaamse Landmaatschappij. “Met de ruilverkavelingsprojecten willen we de landbouw in de regio efficiënter, rendabeler en duurzamer maken. Dat kan bijvoorbeeld door gronden te hergroeperen, dichter bij de boerderijen, en door betere landbouwwegen te voorzien. Waar mogelijk proberen we landbouw en natuur met elkaar te verweven. We streven onder meer naar landschappelijke beplantingen en meer mogelijkheden voor waterberging. Lukt een combinatie niet, dan scheiden we het landgebruik en geven we landbouwers rechtszekerheid door hen ruilgronden aan te bieden in een landbouwgebied.”
Voor elk project keurde de minister een kavelplan en een ruilverkavelingsplan goed. Het ene bepaalt welke kadastrale percelen in de ruilverkaveling liggen en herverkaveld kunnen worden, het andere geeft concreet aan wat er op welke plaats zal gebeuren. Lien Lambrechts: “De herverkaveling gaat gepaard met diverse openbare onderzoeken. Alle betrokken mogen hun wensen kenbaar maken. Grondeigenaars en -gebruikers kunnen ook input geven over de waardebepaling van de gronden die ze inbrengen, de nieuwe kavels die ze krijgen toebedeeld, de aangerekende kosten en zo meer.” De projecten zullen in totaal 43,6 miljoen euro kosten, waarvan het Vlaamse Gewest 31,1 miljoen voor haar rekening neemt.
MOLENBEERSEL
De ruilverkaveling Molenbeersel werd opgestart ten tijde van het Limburgplan (2013). Het geeft mee uitvoering aan de doelstellingen van het SALK2-project, het strategische actieplan voor Limburg dat ook de landbouw wil ondersteunen en klaar wil stomen voor de toekomst. Dat zal onder meer gebeuren door een herverkaveling, waardoor grotere en meer aaneengesloten landbouwkavels ontstaan. De ruilverkaveling beschikt over een projectbudget van 7,5 miljoen euro, waarvan het Vlaamse Gewest 5,3 miljoen euro voor haar rekening neemt. Met dat geld investeert de Vlaamse overheid, samen met de gemeente Kinrooi, in een duurzame, rendabele landbouw en in een betere omgevingskwaliteit voor de streek rond Molenbeersel.
Uitruil zonevreemde landbouw
Burgemeester
Jo Brouns: “De ruilverkaveling Molenbeersel voorziet meer bos, graslanden en kleinschalige landschapselementen zoals houtkanten in het noordwesten van het projectgebied. Zo worden de twee delen van het natuurgebied Stramprooierbroek beter met elkaar verbonden. In het Boerenbos, dat deel uitmaakt van het Stramprooierbroek, zal de zonevreemde landbouw verdwijnen. De betrokken landbouwers krijgen op een andere locatie gelijkwaardige ruilgronden toegewezen, zodat hun bedrijven niet in gevaar komen.”
“Ook op andere plaatsen gaan we aan de slag. De structuur van de Lossingbeek wordt hersteld, de zone rond de Keijersmolen wordt als ontmoetingsplaats ingericht en het Brandven wordt straks een waardevol natuurgebied. Tot slot zullen een aantal nieuwe wandelverbindingen toelaten om het aangepaste landschap optimaal te bewonderen. Het project gaat van start in 2020 en zal ongeveer acht jaar in beslag nemen.”
RIJKEVORSEL-WORTEL
Het projectgebied van de ruilverkaveling Rijkevorsel-Wortel bestaat uit bossen, halfopen beekvalleien en depressies, open landbouwgebied en de bijzondere landschappen van de ‘kolonies’ Wortel en Merksplas en het kasteel van Hoogstraten. “Via de ruilverkaveling willen we een duurzame, rendabele en toekomstgerichte landbouw verzekeren en tegelijk de mogelijkheden voor natuur en recreatie in het gebied verbeteren”, zegt
Bob Van den Einden, eerste schepen van Rijkevorsel. “Verspreide landbouwkavels worden gegroepeerd en nieuwe, betere wegen maken de gronden beter bereikbaar. Plaatselijke knelpunten met de waterhuishouding worden zoveel mogelijk weggewerkt, met aandacht voor de noden van de landbouwbedrijven.”
Waterlopen beschermen
Op goed gekozen plaatsen komen er groene landschapselementen zoals bomenrijen, houtkanten, elzensingels en ruigtestroken. Enkele landbouwgronden in de valleien van de Mark, de Kleine Mark en de Bolkse Beek worden straks als natuurzone ingericht, terwijl de betrokken landbouwers op een nieuwe locatie ruilgronden krijgen. “Die grondruil creëert een duurzame functiescheiding tussen landbouw en natuur en geeft alle partijen rechtszekerheid over het toekomstige ruimtegebruik”, legt Bob Van den Einden uit.
“Ook wandelaars en fietsers worden niet vergeten. Via nieuwe wegen en wandelpaden zullen natuurliefhebbers naar hoekjes van het platteland geleid worden die tot nu toe onbereikbaar waren. Natuurzones langs de waterlopen bieden niet alleen mogelijkheden voor recreatie, maar beschermen de waterlopen ook tegen inspoeling van meststoffen en pesticiden.”
p>Aan de ruilverkaveling hangt een kostenplaatje van ongeveer 16,8 miljoen euro, waarvan het Vlaamse Gewest zo’n 12,8 miljoen euro zal betalen. De rest van het bedrag wordt verdeeld over de gemeenten, de provincie en de eigenaars van de gronden.
GOOIK

In het projectgebied Gooik, in het midden van het Pajottenland, worden landbouw, natuur en recreatie nauw met elkaar verweven.
Jan Vermang, voorzitter van de coördinatiecommissie (Departement Omgeving): “De ruilverkaveling Gooik streeft op een geïntegreerde manier een efficiëntere landbouw na. Akkers en weiden worden afgewisseld met belangrijke natuurzones, vooral in de vele valleien. Die gebieden trekken ook veel wandelaars, fietsers en ruiters aan. Tussen de natuurparels Kesterheide, Lombergveld en Neigembos komt 80 hectare bijkomende natuur om de waardevolle gebieden met elkaar te verbinden. Die maatregel moet de achteruitgang van de biodiversiteit een halt toeroepen. We voorzien ook 60 kilometer hagen en houtkanten en forse subsidies voor de aanplanting van hoogstamboomgaarden.”
Veilige omgeving
Om in te spelen op de gevolgen van de klimaatverandering, zoals periodes van droogte afgewisseld met hevige regen, maakt de ruilverkaveling 52 hectare vrij voor overstromings- en infiltratiegebieden. Jan Vermang: “In die zones krijgt overtollig regenwater de kans om langzaam in de bodem te sijpelen en de grondwaterlagen aan te vullen. Zo beperken we de kans op overstromingen van woongebieden. De nieuwe inrichting voorziet ook veilige fietspaden tussen de woonkernen, een veilige wandelbrug over de Ninoofse Steenweg, een uitkijktoren op de Kesterheide en bijna 40 kilometer aan nieuwe wandelwegen. Op die manier hebben alle bewoners baat bij de veranderingen.”