Green4Grey staat voor groen-blauwe infrastructuur in verstedelijkte landschappen. Vijf jaar na de start van het project blikken projectmanagers Karel Stevens en Pieter De Corte terug op hun werk in De Wijers en de Vlaamse Rand: “De grootste uitdaging waren de participatietrajecten, maar ze hebben ook veel kwaliteits- en tijdswinst opgeleverd.”
Met het Europese Life+-project Green4Grey investeerde de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) samen met enkele partners in groene en blauwe landschapselementen voor de randstad. De werkzaamheden spitsten zich toe op de Vlaamse Rand rond Brussel en De Wijers, het vijverrijke gebied in de buurt van Hasselt en Genk. “In beide gevallen ging het om grijze, randstedelijke locaties die we wilden omvormen naar kwaliteitsvolle groene open ruimtes”, zegt Pieter De Corte. “Green4Grey ging van start op 1 juli 2014 en wordt eind december 2019 afgerond.”
De Wijers
In Midden-Limburg spitste Green4Grey zich toe op De Wijers, een streek die ook ‘het land van duizend-en-één vijvers’ genoemd wordt. De drie projectlocaties Schansbroek, Slagmolen en Dauteweyers bevinden zich respectievelijk aan de bron, de middenloop en de monding van de Stiemerbeek. Die beek werd door de jaren heen op veel plaatsen rechtgetrokken, met nefaste gevolgen voor de natuur en de waterhuishouding.
“In het mijnverzakkingsgebied Schansbroek hebben we onder meer de hydrologie verbeterd om wateroverlast te voorkomen. We hebben ook nieuwe fiets- en wandelpaden voorzien”, zegt Karel Stevens. “Ook aan de Slagmolen, nabij het centrum van Genk, pakten we de hydrologische situatie aan. De vijvers achter de Slagmolen vormen samen een van de oudste natuurreservaten van Europa, De Maten. De beschermde dier- en plantensoorten die daar leven hebben zuiver water nodig. Maar de Stiemerbeek loopt door het centrum van Genk en fungeert bij hevige regen als overstort voor de riolering. Daarom hebben we voor de vijvers een aparte toevoerbeek en moeraszone voorzien.”
In de derde en laatste projectzone, Dauteweyers, werd een historische vijverketting hersteld: “Die vijvers raakten in verval toen de professionele viskweek er verdween. Vandaag zijn het weer ecologische pareltjes waar de boomkikker prima gedijt.”
Participatie
Het duurste en meest arbeidsintensieve deel van het Stiemerbeekproject was de aanleg van het buurtpark Schansbroek. “Dat was vroeger zo’n typisch braakliggend gebied waar enkele buurtbewoners illegaal tuinierden en jongeren kwamen voetballen en rondhangen. Het trok ook kleine criminaliteit aan”, zegt Karel Stevens. “Samen met de stad Genk en de lokale bevolking hebben we een mooi en multifunctioneel buurtpark ingericht. Dat had wel wat voeten in de aarde, want veel omwonenden hebben Turkse of Italiaanse roots. De gesprekken tijdens de ontwerpsessies verliepen daardoor soms via een vertaler.”
“Samen tekenden we een plan uit voor een nieuw buurtpark, dat intussen gerealiseerd is: met georganiseerde volkstuintjes, een petanquebaan, een nieuw voetbalveld, een speeltuin … Enkele vroegere mijnbekkens werden als vijvers ingericht en we hebben ook een historische ‘schans’ of verdedigingsgordel gerestaureerd. Het participatietraject was een grote uitdaging, maar het is een succes geworden.”
Vlaamse Rand
In de Vlaamse Rand gingen de projectmedewerkers aan de slag in drie zones: het gebied Kerremanspark en de aangrenzende bedrijvensite (Asse), de valleien van de Wezembeek en de Kleine Maalbeek (Zaventem) en de vallei van de Kapittelbeek (Beersel).
“Het gebied rond het Kerremanspark in Asse werd vroeger gebruikt voor landbouw, maar de verstedelijking maakte daar een einde aan”, vertelt Pieter De Corte. “Vandaag is de regio dicht bebouwd. Met de inrichting van het nieuwe park hebben we tussen de drukte een groene recreatie- en ontmoetingsplek gecreëerd voor inwoners en werknemers. Dat gebeurde in nauw overleg met de omwonenden en de omliggende bedrijven. Het park vormt bovendien een natuurlijke stapsteen naar het nabijgelegen Laarbeekbos.”
In de beekvalleien van de Wezembeek, de Kleine Maalbeek en de Kapittelbeek lag de nadruk op ruimte voor water: “We hebben de waterlopen weer natuurlijk ingericht, met meer ruimte om te meanderen. Tegelijk legden we groene parkjes, meer bossen en nieuwe wandelpaden aan en verwijderden we een deel overbodig asfalt. De streek is nu beter gewapend tegen wateroverlast, biedt meer ruimte voor ontspanning en recreatie en is tegelijk klimaatbestendiger.”
Toekomstplannen
De Europese Commissie noemde Green4Grey tijdens een recent bezoek een “voorbeeld voor uitdagingen van stedelijke gebieden in Europa”. Nu het project stilaan is afgerond, is het uitkijken naar nieuwe initiatieven. “De concrete projecten die we in de Vlaamse Rand en De Wijers gerealiseerd hebben, maken telkens deel uit van een bredere visie voor die gebieden”, zegt Pieter De Corte. “De voorbeeldprojecten tonen aan dat een beperkt budget kan volstaan om de omgevingskwaliteit grondig te verbeteren. Die positieve dynamiek zal hopelijk tot vervolgprojecten leiden.”
Het agentschap Natuur en Bos plant alvast een natuurinrichtingsproject in De Maten en de VLM werkt nieuwe landinrichtingsplannen uit. Ook de stad Genk neemt allerlei initiatieven om de vallei van de Stiemer verder groen-blauw te dooraderen. De gemeente Zaventem werkt op haar beurt aan fase 2 van de natuurwerken aan het Zeen. Daarbij worden de oevers van de Sterre verstevigd, komen er wandel- en fietspaden en worden er tienduizend bomen gepland. Ook het Researchpark Zellik wordt de komende jaren verder vergroend.
Van 25 tot 26 september vond de Green4Grey-eindconferentie ‘Verstedelijkt grijs kleurt groen en blauw’ plaats.
Alle presentaties en publicaties zijn terug te vinden op https://green4grey.be/nl/kenniscentrum.